Veenkoloniën: arme ouders hebben vijf keer vaker arme kinderen

In de Veenkoloniën* heeft bijna een derde van de ouders met een laag inkomen kinderen met eveneens een laag inkomen. Dat is vijf keer zo vaak als bij de totale groep ouders in het gebied. Dit blijkt uit onderzoek waarin het inkomen van vaders en moeders van jongvolwassen kinderen (22 t/m 26 jaar) is vergeleken met het inkomen van die kinderen. Het onderzoek laat ook zien dat 74% van de ouders met een bijstandsuitkering kinderen heeft die ook een bijstandsuitkering hebben.

Het onderzoek is uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en is onderdeel van een onderzoeksprogramma naar ‘generatie-armoede’. Trendbureau Drenthe en Sociaal Planbureau Groningen werken samen met de RUG; zij hebben de onderzoeksuitkomsten gebundeld in een feitenblad. Op dit feitenblad is niet alleen informatie te vinden over generatie-armoede, maar ook over lage inkomens in de Veenkoloniën. Er is gebruik gemaakt van de meest recente cijfers van CBS, over 2017.

In 2017 telden de Veenkoloniën ruim 24 duizend inwoners met een laag inkomen. Het aandeel lage inkomens daalde de afgelopen jaren in lijn met de landelijke trend. Maar uit ander onderzoek weten we dat die trend niet gold voor de langdurig (vier jaar of langer) lage inkomens; hier deed zich juist een stijging voor. Lage inkomens komen relatief vaak voor bij éénoudergezinnen met kinderen onder de 18 en bij alleenstaanden. Jonge alleenstaande ouders (22 t/m 26 jaar) en alleenstaande jongvolwassenen in dezelfde leeftijdsgroep hebben nog vaker een laag inkomen.

Meer informatie:

Erik Meij
onderzoeker
06 13 58 14 71
e.meij@sociaalplanbureaugroningen.nl

Jessy Snip
Onderzoeker
06 460 814 44
j.snip@sociaalplanbureaugroningen.nl

*Voor dit onderzoek zijn de Groningse gemeenten Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam en Westerwolde en de Drentse gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen tot de Veenkoloniën gerekend.