In provincie Groningen eenoudergezinnen en alleenstaanden vaker een laag inkomen

11 juni 2018

Ook in 2015 was het risico in de provincie Groningen op kortdurende en langdurige armoede het hoogst bij eenoudergezinnen, en alleenstaande mannen en vrouwen. Bij langdurige armoede leven alleenstaande vrouwen relatief vaker van een laag inkomen. Dit beeld kan per gemeente verschillen. Dit blijkt uit de nieuwe cijfers voor huishoudens met een relatief laag inkomen die het CBS eind maart 2018 presenteerde. De gepresenteerde huishoudkenmerken zijn onder andere het geslacht en de leeftijd van de hoofdkostwinner, de huishoudenssamenstelling en voornaamste inkomensbron van het huishouden.

Kenmerken van huishoudens met een laag inkomen

In 2015 leefden onder de groep eenoudergezinnen met minderjarige kinderen relatief veel huishoudens met een laag inkomen. Ook alleenstaande mannen en vrouwen moeten vaker rondkomen van een laag inkomen. Dit geldt voor zowel langdurige als kortdurende armoede. Wel zien we dat het bij kortdurende armoede vaker gaat om kostwinners tot 25 jaar en bij langdurige armoede vaker om kostwinners tussen de 45 en 65 jaar.

Daarnaast zijn binnen de groep huishoudens met een niet-westerse achtergrond relatief meer huishoudens arm. Huishoudens met een overdrachtsinkomen leven relatief het vaakst in armoede. (Een huishouden heeft een overdrachtsinkomen als een uitkering of andere sociale voorziening de belangrijkste bron van inkomsten is).

Groepen tot 120% van het sociaal minimum

Daarnaast geven de cijfers van het CBS inzicht in de verdeling van inkomensgroepen in de provincie Groningen en haar gemeenten. De grootte van de inkomensgroepen met 100%, 110% en 120% van het sociaal minimum inkomen laten zien hoeveel huishoudens gebruik kunnen maken van regelingen rondom armoede. In de provincie Groningen zijn deze inkomensgroepen groter dan het landelijke gemiddelde.

Meer informatie?

Bekijk de bijbehorende cijfers op de website van Sociaal Planbureau Groningen