Deel dit bericht.
Armoede in Groningen: risicogroepen in beeld
13 juni 2018
Leven in armoede kan iedereen overkomen. Toch zijn er groepen huishoudens die een hoger risico op armoede hebben omdat ze vaker onder de lage-inkomensgrens leven. Inzicht in de kenmerken van deze huishoudens, draagt bij aan het inrichten van armoedebeleid. Het CBS maakt een uitsplitsing naar de samenstelling van het huishouden, de leeftijd van de kostwinner, de herkomst van het huishouden en het type inkomen.
Dit is wat de recente CBS-cijfers (2018) laten zien:
- Eenoudergezinnen en alleenstaanden hebben een hoger risico om in armoede te leven. Zo heeft in de provincie Groningen 18,1% van de eenpersoonshuishoudens een laag inkomen. Gemiddeld in Nederland is dit 14,2%. Van de eenoudergezinnen leeft 20,3% in armoede. In Nederland is dit 17,5%.
- Vooral de jonge huishoudens hebben kortdurend een inkomen onder de lage-inkomensgrens (27,6%). Na de pensioengerechtigde leeftijd neemt het aantal huishoudens dat leeft onder de armoedegrens juist sterk af. Iets meer dan 2% heeft een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit komt omdat met de pensionering de inkomenssituatie voor velen verbetert doordat het (volledige) AOW-pensioen boven de lage-inkomensgrens uitkomt.
- Huishoudens met een niet-westerse achtergrond hebben een groter risico om in armoede te leven. In de provincie Groningen heeft meer dan een derde (36,2%) van alle niet-westerse gezinnen een laag inkomen. In Nederland als geheel is dit 26,7%.
- Het type inkomen heeft ook invloed: huishoudens met een overdrachtsinkomen leven relatief het vaakst in armoede (18,6%). Dit zijn de huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron is. Ter vergelijking, 3% van de huishouden met een inkomen verkregen uit loondienst en 13% van de huishoudens met een eigen onderneming leven onder de lage-inkomensgrens.
Meer informatie? Hier vind je een uitgebreide beschrijving van kenmerken van huishoudens met (langdurig) laag inkomen in de provincie Groningen.