Deel dit bericht.
Zorgkosten belemmeren toegang tot zorg voor één op de zeven Groningers
11 juni 2018
Voor 14% van de Groningers vormen de kosten van zorg een belemmering om zorg te gebruiken. Dit blijkt uit onderzoek in het kader van de Zorgmonitor Groningen (november 2017). De Zorgmonitor volgt ontwikkelingen in de zorg in de provincie Groningen. De betaalbaarheid voor de inwoners is één van de vraagstukken waarover gegevens worden bijgehouden. Omdat dit vraagstuk voor veel Groningers belangrijk is vragen we er regelmatig aandacht voor.
In hoeverre zorgkosten een belemmering vormen om gebruik te maken van zorg is onderzocht via het Groninger Panel. 2.458 leden van dit panel beantwoordden de vragen hierover; 332 van hen gebruikten naar eigen zeggen in het jaar voorafgaand aan het onderzoek geen of minder zorg of ondersteuning omdat ze de kosten te hoog vonden. Van de mensen die daadwerkelijk zorg nodig hadden in de afgelopen twaalf maanden, heeft 23% geheel of gedeeltelijk afgezien van zorggebruik. Dat is een toename ten opzichte van 2012. Toen zei 18% van de ondervraagden minder zorg te gebruiken door te hoge kosten. Hierbij moet worden opgemerkt dat niet bekend is hoe de antwoorden in het panelonderzoek zich verhouden tot feitelijk gedrag.
Landelijk beeld: kosten niet gelijk verdeeld
In het onderzoek van de Zorgmonitor Groningen zijn alle zorgkosten meegenomen die vermeden kunnen worden als mensen (gedeeltelijk) afzien van zorg. Het gaat daarbij om:
- het eigen risico in de zorgverzekering (Zwv)
- de eigen bijdragen Wmo en Wet langdurige zorg (Wlz)
- kosten van onverzekerde zorg
In de Kamerbrief van het Ministerie van VWS (2016) komt naar voren dat sommige leefeenheden veel geld kwijt zijn aan dergelijke kosten. Zo ‘verbruikt’ 47% van de bevolking het eigen risico Zwv volledig; bij ouderen (75+) en chronisch zieken ligt dat percentage zelfs boven de 80%. Verreweg de meeste mensen die een eigen bijdrage betalen voor de Wmo en/of de Wlz zijn daarnaast geld kwijt aan het verplichte eigen risico in de Zvw. Afhankelijk van inkomensgroep en leeftijd betreft dit 79% tot 99% van de leefeenheden.
Geld is één van de redenen om zorg te mijden
Onderzoek van NIVEL (2015) laat zien dat zeker 15% tot 24% van de bevolking zorg mijdt door niet naar de huisarts te gaan, af te zien van vervolgzorg of medicijnen niet op te halen. Alleen bij het afzien van bezoek aan de huisarts is naar redenen gevraagd. Deze zijn in slechts 3% van de gevallen van financiële aard. De hoogte van het eigen risico in de zorgverzekering heeft volgens het onderzoek van NIVEL geen eenduidige invloed op het mijden van zorg. Wel komt naar voren dat mensen met lagere inkomens vaker afzien van huisartsenbezoek om financiële redenen en dat mensen in achterstandswijken vaker niet hun medicijnen ophalen.
Gemeenten hebben belangrijke rol
Het Ministerie van VWS stelt dat zorgmijding om financiële redenen een vraagstuk is waarin gemeenten een belangrijke rol spelen:
- Om te beginnen verwacht het Ministerie dat gemeenten alert zijn op situaties waarin mensen ondersteuning nodig hebben, maar daar vanwege hun financiële situatie geheel of gedeeltelijk van afzien.
- Vervolgens kunnen gemeenten een ‘breed instrumentarium op grond van de Wmo 2015 en de Participatiewet’ benutten, om tot financieel maatwerk te komen voor mensen met een chronische ziekte of beperking. Concrete mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een financiële tegemoetkoming voor mensen met extra hoge zorgkosten of een collectieve verzekering met een aanvullende verzekering en herverzekering van het eigen risico.
- Daarnaast hebben gemeenten een rol via het eigen bijdragebeleid voor de Wmo; zo kunnen ze tarieven verlagen, voor bepaalde voorzieningen geen eigen bijdrage heffen of tot een bepaalde inkomensgrens geen eigen bijdrage opleggen voor algemene voorzieningen.
Bronnen:
- Toezeggingen eigen risico, eigen bijdrage in de Wmo 2015 en compensatiemogelijkheden, Kamerbrief 1042680-157854-2 van 03-11-2016 en bijlage met data van CAK/Vektis.CBS
- Inzicht in zorgmijden; aard, omvang, redenen en achtergrondkenmerken, NIVEL, 2015